Jaap Riedel: ‘Na mijn pensioen ben ik niet achter de geraniums gaan zitten’

Huib van der Horst, bestuurslid van Vrienden van de Veerponten, sprak met Jaap Riedel, vrijwilliger bij het Reitdiepveer.

Dag Jaap, hoe kwam jij bij het Reitdiepveer terecht?

Ik heb iets met water en met varen. Sinds 1974 woon ik op het water; eerst op woonschepen, later op een varend schip en nu al weer 26 jaar op een geriefelijke woonark.

Toen in 2013 de eerste plannen gemaakt werden voor een veerdienst over het Reitdiep heb ik me direct aangemeld als vrijwilliger. Ik werkte toen nog full-time, maar ik zou per 1 september 2014 met pensioen gaan.
Het Reitdiepveer ging van start op 23 augustus 2014.

Sterk meegespeeld heeft voor mij dat het Reitdiepveer niet ‘recht oversteekt’ van de ene oever naar de andere, maar een traject vaart van bijna 2 kilometer over een meanderende rivier door het prachtige Groninger Wierdenlandschap. En we varen niet met een vierkante bak, maar met een echt schip.

Wat doe je zoal?

Vanaf het begin ben ik één van de 40 varende vrijwilligers. We varen altijd met z’n tweeën: een schipper en een maat. De schipper is eindverantwoordelijk en heeft dus ‘het gezag’ aan boord. Ik vaar soms als schipper, soms als maat.

Ook ben ik coördinator van de commissie Logistiek en Administratie, die de bedrijfsvoering en de financiële administratie regelt. Mijn taken daarin zijn vooral het maken van de dienstroosters en het verwerken van de gegevens van de kaartverkoop tot statistieken en grafieken. Daarop kan je zien hoeveel passagiers er wanneer – op welke uren van de dag, op welke dagen van de week en verdeeld over het vaarseizoen van ons veer gebruik gemaakt hebben. Bovendien ben ik één van de vier opleiders.

Wat doet een opleider?

Officieel is voor ons schip geen vaarbewijs nodig. Toch vergen wij van onze schippers dat ze tenminste een Klein Vaarbewijs 1 en een Marifooncertificaat hebben. Maar zelfs daarmee is nog niet gezegd dat ze ook kunnen varen met ons schip. We leiden daarom nieuwe schippers en maten zelf in de praktijk op. Schippers in opleiding krijgen een persoonlijke coach. Voordat ze zelfstandig mogen varen, moeten ze een soort praktijkexamen afleggen.

Eens per jaar – voorafgaand aan het begin van het nieuwe vaarseizoen – organiseren we een bijscholing voor zowel de schippers als de maten.

Wat is het meest uitdagende aan je werk?

Uitdagend vind ik het varen met ruig weer. Maar ook het goed (blijven) regelen van de bedrijfsvoering. We zijn echt een bedrijf dat onder bijna alle omstandigheden moet blijven draaien, en dat volledig draait op vrijwilligers. We doen ons werk vrijwillig, d.w.z. zonder betaling, maar het is niet vrijblijvend. We zijn wel ‘professionals’.

We varen van 1 april t/m eind oktober 7 dagen per week. Daarvoor moet er altijd bemanning zijn, ook wanneer er onvoorzien iemand uitvalt. Tot nu toe is dat altijd gelukt.

Zijn er zaken die je bijzonder zijn bijgebleven?

Dan komen we op het terrein van de (sterke) verhalen. We varen heen en weer over een traject van ongeveer twee kilometer. En we vervoeren per jaar tussen de 5.500 en 7.000 passagiers. Dat zijn allemaal kortdurende ontmoetingen. Sommige passagiers blijven ‘op afstand’, maar anderen vertellen je in die ongeveer 20 minuten die de overtocht duurt hun hele levensverhaal. Soms krijg je een paradijsvogel aan boord, die met z’n hele hebben en houden op zijn fiets een wereldreis maakt. Dat zijn eenmalige en bijzondere ontmoetingen.

Andere passagiers varen zeer regelmatig mee. Deze vaste klanten leer je kennen, en dat is leuk.

Een bijzondere herinnering heb ik aan ons optreden in een item over veerpontjes in het NOS-journaal van 3 augustus 2014. Het schip was een week daarvoor opgeleverd, en we hadden nog totaal geen ervaring in het varen ermee. We gaven als opleiders les aan de nieuwbakken schippers, maar zelf waren we ook nog zo groen als gras. We haalden de vreemdste capriolen uit. Ik kijk het nog wel eens terug, en dan schaam ik me achteraf weer voor onze onkunde. De afsluitende zin die de journaallezer sprak was: “Vanaf begin april volgend jaar gaat hij echt varen. En dan hebben ze het pontje vast wel getemd.”

Verder staat nog in mijn geheugen gegrift de brandweeroefening waaraan we in 2022 meegewerkt hebben – het heeft zeker 1½ uur geduurd voordat “onze passagiers in nood” geëvacueerd waren, maar het was een prachtig schouwspel.

Ook het varen met de Harmonie “de Eendracht” uit Ezinge, omdat er een zwemsteiger geopend moest worden, en het – ook weer met blaasmuziek aan boord – meevaren in de gondelvaart in Winsum vond ik een belevenis.

Wat betekent het vrijwilligerswerk voor je?

Voor mijn pensionering werkte ik voor een grote zorginstelling als administratief en logistiek medewerker en i.c.t.-er met als belangrijkste taak het functioneel beheer van de dienstroosterplanning voor ± 2.800 medewerkers. Mijn vrijwilligerswerk voor het Reitdiepveer heeft ervoor gezorgd dat ik na mijn pensionering niet achter de geraniums ben gaan zitten. Ik kon mijn beroep eigenlijk gewoon blijven uitoefenen, en het ook nog eens combineren met mijn hobby.

Vier jaar geleden is mijn vrouw overleden. Ik heb toen erg veel steun gehad aan mijn collega’s vrijwilligers. Maar ook heeft het blijven varen me door een erg moeilijke periode heen geholpen.

Hoe is de samenwerking met de anderen?

De samenwerking met mijn collega-vrijwilligers is erg prettig. Ons vrijwilligersbestand is een vrij heterogeen gezelschap. Je komt mensen tegen met totaal verschillende beroepsachtergronden. Dat is heel plezierig, want om het veerbedrijf goed te kunnen uitoefenen, hebben we behalve schippers ook technici, administratieve krachten, een boekhouder, opleiders, en i.c.t.-ers nodig. En die zijn er gelukkig allemaal onder de vrijwilligers. Het enige dat we echt gemeenschappelijk hebben is onze liefde voor water en voor varen.

Ik kwam uit een organisatie met veel en fijne collega’s, die heb ik hier nu ook. We varen telkens met z’n tweeën, maar in wisselende samenstelling. Op die manier leer je langzamerhand toch een groot deel van je collega’s kennen. Er zijn vriendschappen ontstaan. Een paar maal per jaar wordt er een gezellige avond georganiseerd voor alle vrijwilligers en hun partners. En inmiddels hebben we al tweemaal een lustrum kunnen vieren.

Ik heb een soort adviesfunctie naar het bestuur, al maak ik daar zelf geen deel van uit. We zijn formeel een stichting, maar we functioneren veelal als een vereniging. Het bestuur neemt formeel alle beleidsbeslissingen, maar doet dat niet zonder de medewerkers daarin te kennen. Ook dat ervaar ik als zeer prettig.

Zou je anderen aanraden om vrijwilliger te worden bij het Reitdiepveer?

Ja, zeker. Al zal het nog wel even duren voordat een nieuwe vrijwilliger aan de beurt is om werkelijk te gaan varen. Voor schippers en maten hebben we een wachtlijst. Maar ben je een technicus met kennis van dieselmotoren en elektrische voortbeweging, dan kan je bijna direct bij ons aan het werk.

Een mogelijk probleem dat we zien opdoemen is de vergrijzing. Bijna al onze vrijwilligers zijn gepensioneerden. Ongeveer driekwart van hen vaart al vanaf het begin mee. Gevolg is dat onze gemiddelde leeftijd hoog is: momenteel ongeveer 74 jaar. We verwachten toch dat in de komende 10 jaar een groot deel van deze mensen zal uitvallen en vervangen zal moeten worden. Dus: meld je vooral aan, je komt een keer aan de beurt.

Meer informatie over het veer: www.reitdiepveer.nl

Vrijwilliger Jaap Riedel van Reitdiepveer