23 maart 2025
De toekomst van de vijf veerponten van stichting de Maasveren staat onder druk. Jaarlijks maken zo’n 1,2 miljoen mensen gebruik van de diensten, maar structurele financiering ontbreekt. Stichting de Maasveren wil daarom in gesprek met de provincie Noord-Brabant over mogelijke steun.
De bekendste overtocht is die tussen Megen en Appeltern, goed voor zo’n 400.000 passages per jaar. Volgens Joosten is negentig procent van de gebruikers economisch verkeer. Ook scholieren zijn afhankelijk van de ponten om dagelijks naar school te gaan. Zonder pont kunnen zij niet meer naar school toe.
Op dit moment dragen de gemeenten Oss, Maasdriel en West Maas en Waal financieel bij. Gelderland deed dat eerder ook, maar werkt nu met een nieuwe regeling waarin gemeenten eerst zelf moeten voorfinancieren. Dat is volgens de stichting lastig voor kleinere gemeenten, en Brabant weigert tot nu toe bij te dragen.
Geen pontencultuur
Volgens De Maasveren speelt het ontbreken van een ‘pontengeschiedenis’ in Noord-Brabant mogelijk een rol. Andere instanties betalen al voor de pont. Mogelijk vindt de provincie het niet nodig om ook te betalen, is de gedachtegang
Nieuwe ponten zijn volgens de stichting niet direct nodig, maar bijdragen aan vervanging zouden de hoge onderhoudskosten verlagen. Zonder extra middelen dreigt het stopzetten van minder rendabele veerdiensten. De winterstop op zondagen in Maasbommel is daar al een voorbeeld van.
De stichting pleit ook voor meer samenwerking binnen de sector. Binnenkort is er in Lith een bijeenkomst waar exploitanten samen komen. Eén van de opties is gezamenlijke inkoop van diesel om kosten te drukken.