Bij een binnenboordmotor is de motor binnen in de boot is geplaatst. De aandrijving gebeurt door middel van een schroef die rondgedraaid wordt met een schroefas, die gekoppeld is aan de binnenboordmotor middels een keerkoppeling. Dankzij de keerkoppeling kan de motor vooruit of achteruit geschakeld worden. Aan de achterkant van de boot zit een roer om te manoeuvreren.